Wij begeven ons in een samenleving, maar leven niet
samen. Dit komt doordat we ons niet lijken te verdiepen in de ander, te willen weten
wat hem drijft. Waarom zij is zoals ze is. De ander is eng en vreemd, omdat hij
afwijkt van mij, van mijn groep.
Sinterklaas is de deur uit en de zwarte piet
discussie is weg, maar zijn wij dan ineens van de discussie van het racisme af? Natuurlijk niet. Echter is zwarte piet ingeruild voor de Bulgaar, de Roemeen, of
omdat de koek op een gegeven moment weer op is, terug bij af: de Jood. Racisme
heet dan ineens antisemitisme en antisemitisme / racisme zit diepgeworteld. Het
zit in onze genen zou je kunnen zeggen. Antisemitisme op zich is een
interessant gegeven omdat het niet specifiek om het uiterlijk, kleur, of
afkomst gaat. Wanneer je je verdiept in het antisemitisme, dan is er één
constante factor: afgunst. De Joden, of Israëliërs, lijken per definitie een
afgunstig volk. Natuurlijk zal
niemand het openlijk zeggen en zijn wij het meest tolerante volk op aarde, maar
de afkeer van het anders zijn zit diep, heel diep.
Ben je racistisch zodra je een onderscheidt
maakt in ‘rassen’ (van de menselijke soort) en de verschillende rassen ongelijk
behandelt? Ja …, maar het gegeven dat er
menselijke ‘rassen’ zijn is onzin, omdat alle mensen voor, nagenoeg, 100% uit
hetzelfde genenpakket bestaan. Biologisch is er geen verschil. Natuurlijk is er
een zwarte en een bruine huidskleur, heb je verschillende soorten haar, zijn er
verschillende kleuren ogen, is er misschien een extra huidplooi op het ooglid,
etc., maar we hebben allemaal hetzelfde genetische materiaal. We hebben dezelfde
instincten en dezelfde drijfveren.
Racisme is het maken van een bewust
onderscheid, waarvan de gebruiker zich zelfbevlekkend onderscheid. Alle
wetenschap ten spijt: de enig conclusie is dat de menselijke biologische
verschijningsvorm ooit één gemeenschappelijke voorouder heeft gehad en deze
voorouder ook nog deelt met de andere mensachtige (apen.) Een bijzondere afwijking
van de mensapensoort waar wij van afstammen (wij hebben dit gemeen met de
dolfijnen,) is de groei van onze hersenen. Met name de neo-cortex. Het zou mooi
zijn wanneer wij deze evolutionaire afwijking eens goed gaan benutten en het
juiste onderscheidt maken. Want, wees reëel: er zijn niet of weinig ontwikkelde
mensentypes tot redelijk, of volledig ontwikkelde mensen. De meetlat die dit bepaalt hangt af van de sociale omgeving waarin men zich begeeft. Mensen verschillen
nu eenmaal van elkaar en gelukkig maar. Zonder die verschillen zou de wereld een
naargeestige saaie bedoeling worden. Daarom moeten we niet strijden tegen
rassen, niet strijden tegen anders zijn, maar waken over de cultureel verworven
waarden. Strijden voor vrijheden en mensenrechten. Ik heb het al eerder gezegd: laten we multicultureel zijn.
Het woord racisme wordt ook te snel in de mond
genomen. En momenteel vaak omgedraaid: de witte als onderdrukte omdat er teveel oog is voor alle minderheden. Vooral de verongelijkte PVV’ers, of roze reaguurders,
die iedere kans aangrijpen om de maatschappij hun hopeloze leventje te
verwijten, maken er misbruik van. Sec beschouwd is racisme het discrimineren
van een ras en niet van een bevolkingsgroep. Als je een bevolkingsgroep over
een kam scheert dan heet dat volgens mij discriminatie, geen racisme. DE mens is niet in te delen in (sub) rassen.
Waarmee we weer terug zijn bij het begin. Is
er een menselijk (sub)ras? Ik ben van
mening van niet. Neemt niet weg dat we graag naar elkaar toe trekken, elkaar
opzoeken, met elkaar een relatie aangaan, een eigen religie hebben, eigen eet
voorkeuren hebben, etc. Je zou eerder kunnen spreken van een (sub) soort. Wat
drijft ons dan de andere (sub) soort te verachten, aan te wijzen, na te staren,
weg te duwen, te weigeren, weg te sturen, etc.
Twee drijfveren laten zich makkelijk
aanwijzen, angst voor het onbekende en afgunst. Een belangrijke derde mag niet ook
vergeten worden, het willen behoren tot een groep. Ook al staan wij graag op
onszelf, is individualisering niemand vreemd en zal een ieder zeggen: ‘ik doe
dit omdat ik het wil,of vind,’ wij willen ergens toe behoren. Je hebt een
soulmate nodig, een referentiekader, bescherming, een plek waar je kan zijn wie
je bent, waar niemand vreemd naar je kijkt, waar gemeenschappelijke belangen
gelden en er een gemeenschappelijk doel is. We zijn per slot groepsdieren. De
groep kan gek genoeg van samenstelling veranderen zodra het gemeenschappelijk
doel verandert. Dit maakt het razend interessant.
Ik hou van voetbal en alle niet voetballiefhebbers
zijn stom. Een stigma is dat voetballiefhebbers houden van Jan Smit, bier en
vette hap. Ik niet. Waar ik cultureel en culinair van houd, staat haaks op het
cultureel culinaire gemeengoed van de gemiddelde voetballiefhebber. Sterker nog: in
‘mijn’ cultureel culinaire subgroep, houdt nagenoeg niemand van voetbal, ze
verachten het eerder. Dus zit ik als voetballiefhebber in een cultureel
culinaire subgroep die mij eigenlijk veracht, toch doen ze dat niet. Hoe komt
het dan ze mij niet verachten? Dit heeft alles te maken met contact, verdiepen
en interesse.
Logisch, zou je zeggen. Dat is het ook. Zo vaak gaat het anders: we maken geen contact, we verdiepen ons niet, we zijn eigenlijk niet
geïnteresseerd. Zouden we dat wel doen, dan zouden we leren dat er een mens
schuilt in die enge subgroep die ideeën heeft waar je misschien wat van kan leren. Waar
je mee zou kunnen lachen, die inzicht geeft in het zijn. Je zal zien dat er zelfs
overeenkomstige drijfveren zijn. Dit houdt niet direct in dat je je moet
aanpassen aan die subgroep. In tegendeel. Juist de verschillen maken het mooi.
Een andere groep wegduwen, wegzetten, moet
soms. Moet, omdat het ons bindt, omdat onze eigen (sub) groep een
gemeenschappelijk doel heeft, omdat we ons moeten afzetten, omdat we ons moeten conformeren. Maar dat doel mag geen middel worden om de andere
(sub) groep ook daadwerkelijk weg te zetten, weg te duwen af te schrijven. Het
geldt voor het moment dat het gemeenschappelijke doel er is, een wedstrijd
bijvoorbeeld, of Sinterklaas (met zijn
zwarte piet.) Zodra dat voorbij is zou je samen een kop koffie moeten drinken
om de afzonderlijke emoties te delen. Dan, pas dan zullen we samen kunnen
leven.